Bot(t)er bij de vis

14 augustus 2020
Bot(t)er bij de vis

‘Varend cultureel erfgoed moet je koesteren’

In 1932 voeren er nog zo’n drieduizend. Maar de komst van de Afsluitdijk luidde het einde in van de kwak, de karakteristieke Volendamse botter voor de visvangst op de Zuiderzee. De vereniging Behoud de Volendammer Botters houdt de kwak-traditie in ere. Maar dat gaat niet zonder financiële steun.

De kwak kent een lange historie. Hein Molenaar, voormalig directeur van Molenaar & Zwarthoed en penningmeester van de vereniging: “We praten hier echt over varend cultureel erfgoed. Er zijn schilderijen van de beroemde negentiende eeuwse Franse impressionist Monet waarop kwakken te zien zijn. We hopen dat ook de jongere generaties er de waarde van blijven inzien en de traditie in de toekomst zullen voortzetten.”

Extra vaarkracht

Is de kwak een typisch Volendams fenomeen, de zuiderzeebotter als zodanig is dat niet. “Ook vissersdorpen als Elburg, Urk en Spakenburg kennen een bottertraditie”, vertelt Hein Molenaar. “De kwak onderscheidt zich doordat-ie wat groter is dan de andere botters: ruim vijftien meter ten opzichte van gemiddeld 13,5 meter. Daardoor kan de kwak meer zeil voeren en dat geeft ‘m meer vaarkracht.”

De bottertraditie is onlosmakelijk verbonden met een keur aan traditionele ambachten. Molenaar: “De zeil- en touwmakerij natuurlijk, maar denk ook aan het smederijwerk, de houtbewerking en het timmerwerk. De afmetingen van de mast bijvoorbeeld is bij geen enkele boot gelijk. Dat vraagt dus om precisiewerk.” Op de toenmalige Zuiderzee visten kwakken en andere botters op onder meer tong, schol, schar en ansjovis.

“Toen met de komst van het IJsselmeer de zoetwatervissen hun intrede deden, vroeg dat om andere technieken”, legt Molenaar uit. “Ook raakte na de Tweede Wereldoorlog de gemotoriseerde visvangst sterk in opkomst.” Met de zeilende houten vissersbotters was het vanaf de jaren 50 goeddeels gedaan. “Veel ervan kwamen in handen van studentenverenigingen. Die werden zo lang het ging voor de pleziervaart gebruikt en als het niet langer ging, werden ze “afgeborreld”, zoals we dat noemen.”

Sponsors zijn nodig

Nederland telt nog zo’n zestig à zeventig houten botters, waarvan vier kwakken. “De meesten zijn in handen van particuliere eigenaren”, weet Molenaar. De Volendammer vereniging zelf heeft de laatste vier houten kwakken en eentje van staal. “Het kost ongeveer 30.000 euro per boot per jaar om ze intact te houden. Daarvoor zijn we met name afhankelijk van sponsoring vanuit het lokale bedrijfsleven. We hebben diverse sponsorpakketten; Molenaar & Zwarthoed is bijvoorbeeld Gouden Sponsor.

Ook bieden we de kwakken aan voor charters en verhuur.” De vereniging is betrokken bij diverse evenementen waaraan bedrijven kunnen deelnemen. Zo is er de jaarlijkse Butter & Eek Zeilrace, vernoemd naar de vermaarde vissaus op basis van boter en azijn. “En als seizoensopening is er de traditionele Pieperrace”, vertelt Hein Molenaar. “Daarmee wordt herdacht hoe in het laatste oorlogsjaar de botters werden ingezet om aardappelen vanuit het Friese Makkum te transporteren naar het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam. Die race zou dit jaar een extra feestelijk tintje krijgen in verband met 75 jaar bevrijding, maar is vanwege de coronacrisis helaas afgelast.”

Bedrijven die nadere informatie willen omtrent bijdragen, sponsoring en/of informatie wensen over het varen met de kwak, kunnen een mail zenden aan volendammerbotters@hotmail.nl.

Meer informatie?